Seafar vroeg bij de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit een vergunning aan voor het testen van remote varen. Hierbij gebeurt de navigatie vanuit het Seafar Remote Operation Center (ROC), door een gecertificeerde ROC-operator. Wel blijft er een volledige bemanning aan boord van de schepen. 
 
De Permanente Commissie verleende toestemming voor deze testen en koppelde er ook voorwaarden aan. De vergunningen blijven twaalf maanden geldig. 
 
Nu kan Seafar op afstand navigeren in het GNB-gebied, maar voorlopig nog niet op het Kanaal van Gent naar Terneuzen. De vaartuigen kunnen dag en nacht, het hele jaar en onder alle weersomstandigheden op afstand bediend worden. Tijdens deze navigatie op afstand functioneert de operator als stuurman onder direct toezicht van de schipper, die fysiek aan boord blijft. De operator moet de aanwijzingen van de schipper te allen tijde opvolgen. Bij aanhoudend zwaar weer is het de verantwoordelijkheid van de schipper (aan boord) in nauw overleg met de ROC-operator (op afstand) om te beslissen of bediening op afstand nog altijd veilig mogelijk is. 
 
De bedoeling van Saefar is om de robuustheid van het systeem te testen. Seafar wil aantonen dat de technologie volwassen genoeg is om ingevoerd te worden in een testfase en wil tijdens dit proces regelgevers en autoriteiten betrekken. Het uitvoeren van de testen zal gebeuren onder toezicht van de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit in nauwe samenwerking met de Smart Shipping afdelingen/verantwoordelijken van Rijkswaterstaat en Mobiliteit en Openbare Werken om vervolgens conclusies te trekken over de  levensvatbaarheid van de technologie.
 
Aan de VTS-verkeerscentrales vraagt de GNA om deze schepen -net zoals àlle vaartuigen- goed op te volgen en alle bijzonderheden te melden aan de GNA.
 
Er is bewust voor gekozen om geen audio of visuele identificatiemethode te gebruikt om de schepen met Seafar-technologie te onderscheiden van andere schepen. Het vermijden van zichtbare verschillen tussen 'normale' schepen en die  met Seafar-technologie zorgt ervoor dat er geen onnodige verwarring ontstaat in het scheepvaartverkeer en de technologische vooruitgang soepel geïntegreerd wordt in de bestaande systemen. Bij het melden aan de blokgrens zal het schip dan ook niet standaard melden in welke modus het vaart, maar de verkeersleider kan dit wel opvragen. De operationele werkvloer van de GNA heeft 24/7 toegang tot een portaal van Seafar om voor alle schepen te kunnen zien in welke modus deze varen. 
 
Omdat de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit naast de Vessel Traffic Services ook vaarweggebruikers en ketenpartners de mogelijkheid wil bieden om hun feedback te geven over de testen, zal er een operationele werkgroep worden opgestart. 
 
Schepen die een vergunning hebben ontvangen:
• DESEO
• TERCOFIN II
• FREIENSTEIN
• MAI-W
• PERSEVERANCE
• PRIVILEGE I en II
• PROGRES
• RIVERDRONE 1 t/m 10 
• SOUTHFORD